De kwestie
Binnenlands Bestuur wilde toegang tot bepaalde stukken in het archief van de Commissie Cornielje, die in 2006 en 2007 - in opdracht van BZK - onderzoek deed naar vermeende misstanden bij de politie Gelderland-Midden. Geïnteresseerd in de achtergronden, vroeg het blad met een Wob-verzoek onderliggende stukken van het rapport-Cornielje op bij BZK.
BZK beweerde aanvankelijk niet over de stukken te beschikken en stelde daarbij dat de onderzoekscommissie niet onder de paraplu van Binnenlandse Zaken heeft gefunctioneerd. Het secretariaat werd weliswaar gevoerd door een ambtenaar van het departement, maar deze had intern geen verantwoordingsrelatie.
Ondertussen kreeg Binnenlands Bestuur de secretaris van de inmiddels opgeheven commissie te pakken. Volgens hem was alles daar opgeslagen. Niet in de normale stukkenstroom, maar in een afgescheiden digitale omgeving. BZK archiveert namelijk alles digitaal. Daarna kwam BZK met een nieuwe verklaring: Als die stukken hier nog ergens op een harde schijf staan, dan zijn ze niet van ons. In die zin berusten ze niet bij Binnenlandse Zaken.
Volgens BZK is, desgevraagd, niemand eigenaar van die stukken. Je moet het vergelijken met een geleende fiets. Als de eigenaar overlijdt, geeft dat jou nog niet het recht om die fiets te verkopen. Zo is het met deze stukken ook; ze zijn nooit van Binnenlandse Zaken geweest, en zijn dat ook nu niet.
Ondertussen kreeg Binnenlands Bestuur de secretaris van de inmiddels opgeheven commissie te pakken. Volgens hem was alles daar opgeslagen. Niet in de normale stukkenstroom, maar in een afgescheiden digitale omgeving. BZK archiveert namelijk alles digitaal. Daarna kwam BZK met een nieuwe verklaring: Als die stukken hier nog ergens op een harde schijf staan, dan zijn ze niet van ons. In die zin berusten ze niet bij Binnenlandse Zaken.
Volgens BZK is, desgevraagd, niemand eigenaar van die stukken. Je moet het vergelijken met een geleende fiets. Als de eigenaar overlijdt, geeft dat jou nog niet het recht om die fiets te verkopen. Zo is het met deze stukken ook; ze zijn nooit van Binnenlandse Zaken geweest, en zijn dat ook nu niet.
Het probleem
De bovenstaande vergelijking is om twee redenen fout:
1. De Wob
De Wet Openbaarheid van Bestuur stelt dat ieder document dat zich bij een bestuursorgaan bevindt, onderdeel van een Wob-verzoek kan zijn. De wet heeft namelijk betrekking op alle bij een bestuursorgaan aanwezige documenten en een document is een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat (art. 1a).
Het gaat er dus niet om of het archief in eigendom is bij het bestuursorgaan, maar in bezit. Uiteraard kent de Wob uitzonderingsgronden (12 zelfs), maar het eigendomsvraagstuk hoort daar niet bij.
2. De Archiefwet
De Archiefwet 1995 heeft betrekking op de archieven van overheidsorganen.
In de commentaren op de site van Binnenlands Bestuur zegt vakgenoot Rienk Jonker het precies zoals het is:
Een kwestie van toepassen van de Archiefwet 1995. Het gaat om het archief van een commissie die in opdracht van de minister van BZK handelde. Het is zelfs zo dat het secretariaat voor deze commissie gevoerd werd door een ambtenaar van dit ministerie. Het archief is dan misschien niet een direct onderdeel van het archief van BZK maar de minister is als zorgdrager ex artikel 23 lid 1 wel bestuurlijk verantwoordelijk voor deze archiefbescheiden. Deze wet beschrijft verder wat de bevoegdheden en verplichtingen van de zorgdrager zijn. Omdat het om archiefbescheiden gaat en de minister de zorgdrager is kan zij als bestuursorgaan ex WOB een besluit nemen over de inzage in het betrokken archief.
En dan is het nog het uitgangspunt dat overheidsinformatie een "normaal" vermogensrechtelijk eigenaarschap zou kennen. We hebben het namelijk over intellectueel eigendom en niet over eigendom van de goederen zelf. Het "goed" informatie heeft geen eigenaarschap in de traditionele zin van het woord. Het kent wèl een mogelijk aanwezig auteursrecht van de eigenaar. Voorbeeldje: als ik een roman in gedrukte vorm (een boek, dus) koop, dan heeft de schrijver na de koop niets meer over het boek zelf te zeggen. De schrijver heeft wel nog rechten ten aanzien van wat ik met de informatie in het boek doe. Dat onderscheid tussen vorm en functie is bij een fiets wat moeilijker te maken.
Een kwestie van toepassen van de Archiefwet 1995. Het gaat om het archief van een commissie die in opdracht van de minister van BZK handelde. Het is zelfs zo dat het secretariaat voor deze commissie gevoerd werd door een ambtenaar van dit ministerie. Het archief is dan misschien niet een direct onderdeel van het archief van BZK maar de minister is als zorgdrager ex artikel 23 lid 1 wel bestuurlijk verantwoordelijk voor deze archiefbescheiden. Deze wet beschrijft verder wat de bevoegdheden en verplichtingen van de zorgdrager zijn. Omdat het om archiefbescheiden gaat en de minister de zorgdrager is kan zij als bestuursorgaan ex WOB een besluit nemen over de inzage in het betrokken archief.
En dan is het nog het uitgangspunt dat overheidsinformatie een "normaal" vermogensrechtelijk eigenaarschap zou kennen. We hebben het namelijk over intellectueel eigendom en niet over eigendom van de goederen zelf. Het "goed" informatie heeft geen eigenaarschap in de traditionele zin van het woord. Het kent wèl een mogelijk aanwezig auteursrecht van de eigenaar. Voorbeeldje: als ik een roman in gedrukte vorm (een boek, dus) koop, dan heeft de schrijver na de koop niets meer over het boek zelf te zeggen. De schrijver heeft wel nog rechten ten aanzien van wat ik met de informatie in het boek doe. Dat onderscheid tussen vorm en functie is bij een fiets wat moeilijker te maken.
Auteursrecht, dus. Helaas voor BZK rust er van rechtswege op overheidsinformatie geen auteursrecht, tenzij expliciet bij creatie voorbehouden. En aangezien we net hebben vastgesteld dat het hier om overheidsinformatie gaat, vervalt nu het hele eigendomsverhaal.
Tot slot
Hoe komt een woordvoerder (Frank Wassenaar) van BZK tot het vergelijken van overheidsinformatie (archief) met een fiets? Dat heeft hij niet van zichzelf, maar waarschijnlijk van de juristen van BZK. Dat betekent dat deze juristen te weinig kennis hebben van zowel de Wob, als de Archiefwet. Ze vallen terug op hun propedeutische kennis Nederlands Recht over eigendom. Dat men bij BZK te weinig weet over de Archiefwet is zeer slordig, niet goed te keuren, maar voorstelbaar. Immers, het ministerie van OC&W is hoofdverantwoordelijke voor deze wet. Maar het gebrekkige begrip van de Wob is onbegrijpelijk en ronduit gevaarlijk. BZK is namelijk wel verantwoordelijk voor deze wet.
Misschien wordt het tijd om de AWO-plannen van voormalig minister Pechtold weer eens te activeren. Maar ja, die staan nog ergens op een server bij BZK en schijnen dan niet het eigendom van de huidige minister Ter Horst te zijn...
UPDATE
Frank Wassenaar is zo sportief geweest om eind november van de VVOJ de Smoespoes 2009 (onderaan) in ontvangst genomen. De 'prijs' is aan die instelling of persoon die in 2009 met de beste smoes trachtte onder het geven van informatie aan onderzoeksjournalisten uit te komen.
De tekst van zijn aanvaardingsspeech onderschrijft mijn vermoeden over de herkomst van deze flater.
Bronnen afbeeldingen:
http://www.birdland.bigcartel.com/product/w-o-b
http://www.birdland.bigcartel.com/product/w-o-b
https://dev.youdevise.com/YDBlog/media/blogs/DevBlog/server-room.jpg
http://www.deleeuwerik.org/images/technieken/teerpoot/fietser.jpg
http://www.deleeuwerik.org/images/technieken/teerpoot/fietser.jpg
http://www.innovatieveiling.nl/img/lots/c2e6324a-053d-421c-90cf-60c6bf97c6e1(1-1).jpg
http://www.vvoj.nl/cms/pics/VVOJ%20Smoespoes.jpg
http://www.vvoj.nl/cms/pics/VVOJ%20Smoespoes.jpg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten