woensdag 31 maart 2010

Archiefregeling

Morgen wordt de nieuwe Archiefregeling van kracht.
De site van het Nationaal Archief heeft het ook wel over Archiefregeling 2009 en Rijksoverheid.nl over Archiefregeling 2010. De Regeling zelf heeft het in artikel 62 over gewoon Archiefregeling. Maar als u er nu echt een jaartal achter wil zetten (want dat geeft toch aan dat het ook weer eens veranderd kan worden), gebruik dan 2009. Dat wordt in de archivistische volksmond het meest gebruikt.


Overigens begon de regel ooit als Archiefregeling 2008.
Nadat in 2006 de in 2001 ingevoerde drie Ministeriële Regelingen ex. artikels 11, 12 en 13 van het Archiefbesluit (volgt u het nog?) waren geëvalueerd, besloot het Ministerie van OC&W ze aan te passen en samen te voegen. Werknaam: Archiefregeling 2008. Maar OC&W bleek geen haast te hebben en na wat gedoe werd de regeling pas in december 2009 gepubliceerd, om in te gaan op 1 april 2010.

En wat was er nu zo belangrijk, dat de drie oude regels op de schop moesten?
Voor een uitgebreide beschouwing verwijs ik graag naar deze evaluatierapporten, maar kort gezegd komt het er op neer dat de eisen en normen in die regels meer tijd- en techniekbestendig gemaakt moesten worden. Om te voorkomen dat de eisen bij uitkomst van de regel eigenlijk al achterhaald waren.

Het zou me overigens niets verbazen als de dereguleringsdwang van het ministerie hier ook meespeelt. Immers, de drie regels kunnen nog steeds prima afzonderlijk, in ge-update vorm, blijven bestaan. Door ze samen te voegen, kan OC&W echter wel claimen van 3 naar 1 regel te zijn gegaan.

In de opbouw van de regeling zijn de oude drie regelingen duidelijk terug te vinden:
H1. Algemeen (artt. 1-2)
H2. Duurzaamheid van archiefbescheiden (artt.3-15)
H3. Geordende en toegankelijke staat van archiefbescheiden (artt. 16-26)
H4. Algemene voorschriften voor de bouw en inrichting van archiefruimten en –bewaarplaatsen (artt. 27-41)
H5. Bijzondere voorschriften voor de bouw en inrichting van archiefruimten (artt. 42-46)
H6. Bijzondere voorschriften voor de bouw en inrichting van archiefbewaarplaatsen (artt. 47- 56)
H7. Ontheffingen (art. 57)
H8. Slot- en overgangsbepalingen (artt. 58-62)
Hoofdstuk 2 is de oude regeling ex. art. 11, hoofdstuk 3 is de voormalige art. 12-regeling en de regeling ex. art. 13 wordt gedekt door maar liefst drie hoofdstukken; 4 t/m 6.

Hoofdstuk 2 gaat over papier, schrijf- en printmaterialen, microfilms, films (zw/w en kleur), omslagen en mappen, archiefdozen, etiketten en optische en elektromagnetische gegevensdragers. Daarbij valt op dat de laatste twee onderwerpen onder de categorie "bijzonder" zijn geplaatst. Terwijl het verschil tussen een vel A4 papier en een dvd net zo groot is als tussen een balpen en een microfiche.
Er wordt - meer dan in de oude regeling - verwezen naar normen binnen (inter)nationale standaarden, zoals ISO, NEN-ISO, NEN, DIN en ICN en nieuwere versies van deze normen worden meteen als geldig verklaard, waardoor de regeling niet snel veroudert. Mits de normen bijgehouden worden, natuurlijk.

Hoofdstuk 3 gaat over kwaliteitssysteem, context en authenticiteit, overzicht en ordeningsstructuur, metagegevensschema en metagegevens, toegankelijke staat, gedrag, functionele eisen en conversie, migratie en emulatie. In dit hoofdstuk is de aanpak radicaal anders geworden. In de oude regeling stond bijvoorbeeld een exact rijtje bestandsformaten genoemd, waarin de verschillende archiefstukken digitaal duurzaam opgeslagen konden worden. Verder werd er nog verwezen naar enkele standaarden op het gebied van archiefmanagement. Dat is helemaal losgelaten. Er komt geen bestandsformaat meer in voor en alleen de NEN-ISO 23081 (meta-data) wordt genoemd. De eisen zijn algemener en wekken eveneens de indruk enigszins rekening te houden met het digitale werken.

Hoofdstuk 4 t/m 6 (over veiligheid en milieu- en klimaatvoorschriften) versoepelt de bouw- en inrichtingseisen in vergelijking tot de ouder regeling. Althans, voor zover het de exacte cijfers betreft. Er is gekozen voor prestatie-eisen, wat betekent dat iedere oplossing acceptabel is, zolang de doelen maar bereikt worden. Dit lijkt een vergemakkelijking van de regel, maar betekent wel dat de bewijslast nu nóg meer bij de zorgdrager komt te liggen.

En nu maar afwachten hoe het in de praktijk zal uitpakken.

Bronnen afbeeldingen:
http://www.unshelved.com/strips/20080421.gif
http://www.onderwijsweb.nl/dossiers/opleidenindeschool/PublishingImages/evalueren.jpg
Flickr
http://www.crkc.be/site/im_user/0059_$_olv_waver_archiefruimte.jpg
Streekarchivariaat Noordwest Veluwe

Geen opmerkingen: