Ik ben sinds, pak 'm beet, 2003 geïnteresseerd in drones. Toen hoorde ik via mijn werk dat de Amerikaanse regering inzette op onbemande luchtmacht in plaats van bemande. Drones, dus.
En dat plaatste de aanschaf van de JSF (ja, dat loopt al zeker zo lang) in een heel
ander daglicht. Als de sterkste luchtmacht ter wereld niet meer kiest voor stoere piloten in toys for boys, maar voor door nerds op afstand bestuurde robots (ze hebben er nu al
11.000 ingezet), dan geeft dat te denken.
Een strakke definitie voordeze betekenis van
drone is er niet, omdat er allerlei kleine uitzonderingen op mogelijk zijn. Maar over het algemeen is het te
beschrijven als een luchtvaartuig zonder piloot aan boord. De toestellen worden vaak op afstand bestuurd, waarbij de bestuurder zich in de nabijheid kan bevinden, maar ook op duizenden kilometers afstand. Ze worden militair voor meerdere doelen ingezet, zoals inlichtingen verzamelen, bevoorrading en het uitvoeren van aanvallen. En ondertussen ook steeds vaker politioneel voor monitoring en toezicht.
Maar het gaat me in deze post niet om het gebruik, maar de maatschappelijke overwegingen bij het gebruik: Big Brother (met de nadruk op privacy) en ontmenselijking.