Ergens begin dit jaar heb ik als luisterboek De Heimweefabriek van Douwe Draaisma beluisterd. Het werd me aangeraden door Dany Venema, die vond dat Draaisma interessante dingen over archieven en geheugenfunctie te melden heeft. Hij had gelijk.
Het is niet mijn bedoeling een recensie van het boek te geven, dus voor een samenvatting houd ik het bij een citaat van Draaisma's eigen site:
Draaisma neemt het op voor het oude geheugen. Met oog voor detail ontzenuwt hij de gemeenplaatsen over het brein en vertelt op liefdevolle wijze het ware verhaal over de dingen die voorbij gaan. Over de ongrijpbaarheid van de herinnering, de markt van het grote vergeten en over de heimwee naar de wereld die alleen nog in de herinnering bestaat. Maar ook over de onverwachte genoegens van een ouder wordend geheugen, zoals het zogenaamde reminiscentie-effect, dat maakt dat herinneringen aan de jeugd soms met nieuwe kracht terugkeren. De Heimweefabriek maakt duidelijk dat de tijd niet alleen iets doet met het geheugen, het geheugen doet ook iets met de tijd.
Geheugen als archief
In het hoofdstuk Vergeetachtig maakt Draaisma een vergelijking tussen de werking van het geheugen en de werking van het archief (blz. 39, 40). Hij doet dat aan de hand van een verhaal in de documentaire Tegen het vergeten van Tamara Miranda:
In haar leven heeft mevrouw De Rode honderden reizen gemaakt en daar reisverslagen van gemaakt en bewaard, evenals tickets, toegangsbewijzen, menu's, plattegronden, ansichten en foto's. Alles is gearchiveerd in mappen en archiefdozen in haar appartement. Het lijkt alsof haar geheugen binnenstebuiten is geklapt: alles wat ze ziet en uit archiefdozen tevoorschijn haalt is verbonden met associaties, zodat haar herinneringen als het ware om haar heen staan.
Op zeker moment moet mevrouw De Rode verhuizen van haar appartement naar een kamer waarin geen plaats is voor haar verzameling, het meeste zal weg moeten. Maar hoe dat aan te pakken? Er komt een jongeman helpen met inventariseren. Samen staan ze voor een wand met mappen en dan doet mevrouw De Rode een aandoenlijk voorstel: ze vraagt hem of ze niet vast uit elke map wat weg zullen halen, zodat alle mappen iets dunner worden en ze toch allemaal mee kunnen.
Haar voorstel is een volmaakt beeld voor wat er gebeurt in een geheugen waaruit herinneringen beginnen te verdwijnen. Hoeveel er door verval ook uit de mappen wegraakt, het blijft toch een complete verzameling mappen, er lijkt niets weg.
Tegen het vergeten (Tamara Miranda, Humanistische Omroep)
Vanuit archivistisch oogpunt doet het verhaal me denken aan het schonen van een dossier. Vergunningendossiers, bijvoorbeeld, die zodanig geschoond worden dat alleen de 'formele' stukken overblijven, wekken de indruk compleet te zijn. Maar zijn dat natuurlijk niet. Uiteraard is veel 'ballast' verdwenen, maar ook de nuance en de karakteristieke bijzonderheden. Alhoewel deze werkwijze vaak als een verbetering van de toegankelijkheid van informatie wordt gezien, is deze vorm van selectie - in dit licht - niets meer dan een kunstmatig verouderingsproces.
Futurum exactum praeteriti
(Archief en de Voltooid tegenwoordige toekomende tijd)
Een mooi verhaal over de wisselwerking tussen de herinnering en een archiefstuk, staat in het hoofdstuk Reminiscenties, waar de gedragingen van de hoofdpersoon uit de Spaanse novelle Het schot van de jager worden besproken (blz. 61-63). Het boek is uit 1971 en de schrijver is Rafael Chirbes.
Ciscar, de hoofdpersoon van in de zeventig, bladert af en toe door oude foto's. In zijn mijmeringen over het verleden beginnen de grenzen tussen herinneringen en foto's te vervloeien. Hij heeft het dan ook over "Een deel van de foto's zie ik nog voor me..." Draaisma zegt dan: Ciscar maakte de foto's om zijn geheugen te ondersteunen bij het weer oproepen van het tafereel, de gebeurtenis, het verhaal, maar wat hij zich nu herinnert zijn de foto's zelf. In zijn geheugen is de verhouding tussen foto en herinnering ongemerkt een halve slag gedraaid.
Als Ciscar een strandfoto van zijn kinderen ziet, herinnert hij niet alleen meer dat moment, maar ook wat er op die kindertijd is gevolgd. Op het strand staat niet alleen het meisje van toen, maar ook de dochter die zal overlijden, het hollende jongetje is als de zoon waar hij het contact mee zal verliezen. Wat de Leica stilzette is meegereisd in de tijd en vervloeit nu met zijn herinneringen. Het archiefstuk, dat in eerste instantie een herinnering oproep, wordt uiteindelijk zelf (deel van) de herinnering; vertegenwoordigt de herinnering.
Het doet me denken aan de discussie die professor Ketelaar op het Archief2.0 forum startte over Levend Archief. Ketelaar vraagt daarbij om voorbeelden van performativiteit van archief of archiefstukken. Performativiteit wil zeggen dat een verandering in de wereld te weeg wordt gebracht door het te representeren als zijnde veranderd. Uiteraard is Draaisma's voorbeeld anders, maar toch: voor Ciscar lijkt het alsof de foto heeft vastgelegd wat er komen gaat. Vandaar voltooid tegenwoordige toekomende tijd.
En uiteindelijk overwint het archief alles. Ciscar: "Soms, wanneer ik al deze foto's bekijk, denk ik ineens dat ze daar liggen te wachten tot onze bewegingen ophouden, zodat zij als enige waarheid overblijven."
De Heimweefabriek Douwe Draaisma
De Historische Uitgeverij, Groningen
144 bladzijden
isbn 978 90 6554 4407
nur 320/770
Bronnen afbeeldingen:
http://www.historischeuitgeverij.nl/hu.php?action=viewpublicatie&is=4407
http://omslagen.nrcboeken.nl/omslag/afbeelding/250x300/9789074622486.jpg
1 opmerking:
NRC heeft helaas de link naar het boek Het schot van de jager gewijzigd:
http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/verdriet-in-het-vastgoed
Een reactie posten