De beschrijving van mijn presentatie luidde als volgt:
Big Data is een trendy term onder informatiedeskundigen, managers en bestuurders. Maar het is meer dan dat. Big Data heeft een groot effect op het gebruik van informatie. Het leidt tot een meerwaarde van informatie. Op dit moment wordt het concept Big Data vooral ingezet om op relatief korte termijn voorspellingen te doen op basis van recente informatie. Dat komt omdat de gedachtevorming nog volop in ontwikkeling is én omdat digitale data op deze schaal pas sinds kort bewaard blijven en dus voorhanden zijn. Er ontstaat duidelijkheid over de meerwaarde die schuilt in het type informatie dat tot voor kort werd gezien als ‘ruis’ en ‘ballast’. En dat meerwaardespectrum zal steeds breder worden, waarbij de bezitters van data uiteindelijk de grote winnaars zullen zijn. Hoe meer je verzamelt, hoe hoger je ‘marktwaarde’.
Wat zou dit kunnen betekenen voor archieven? Worden archieven, als databezitters, (economisch) steeds belangrijker? Krijgt archief, naast de bekende drie functies, door hergebruik nog een vierde – misschien veel zwaardere – functie als grondstof voor informatieproducten? Wat betekent dit voor acquisitie, selectie en vernietiging? Hoe stel je de data beschikbaar en onder welke voorwaarden? Is een e-depot voldoende? En wie beheren die archieven dan: archivarissen of IT-specialisten? Kortom: in welke zin veranderen rol en functie van archief en archivaris als gevolg van deze ontwikkelingen?
Dataficatie leidt tot meer data. |
- Er ontstaat, naast de Grote Drie (geheugen, verantwoording, cultuurhistorisch), een Vierde Functie: Grondstof (voor nieuwe informatieproducten). Zie ook sheets 26 t/m 29, hierboven;
- Met dit in het achterhoofd, moeten archiefdiensten een keuze maken (sheets 32 t/m 34):
- blijven we alleen de Zorgdrager dienen met alleen de Grote Drie;
- worden we een knooppunt van Big Data - dus ook van andere data-eigenaren - zodat we in de keten zitten;
- of streven we er naar om zoveel mogelijk zelf te bezitten.
Helaas liep mijn presentatie in het begin behoorlijk uit, zodat ik (met het publiek) maar zeer vluchtig aan het tweede punt toekwam. Ik had de klassieke fout begaan om te beginnen met drie definities van Big Data. Dat moest eerst even uitgepraat worden met het publiek. Gooi een definitie naar twee archivarissen en je hebt drie meningen...
Waar ik wel blij van werd, is dat professor Ketelaar (die bij mijn presentatie zat) de volgende dag tijdens zijn key note kort refereerde aan mijn idee van de Vierde Functie.
Al met al wat mij betreft een geslaagde presentatie, met een geïnteresseerd, kundig publiek waarmee ook lekker gediscussieerd kon worden.
Waar ik wel blij van werd, is dat professor Ketelaar (die bij mijn presentatie zat) de volgende dag tijdens zijn key note kort refereerde aan mijn idee van de Vierde Functie.
Al met al wat mij betreft een geslaagde presentatie, met een geïnteresseerd, kundig publiek waarmee ook lekker gediscussieerd kon worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten