woensdag 6 juni 2012

32 Toekomstdingen

Via Thomas Baekdal vond ik een artikel in de New York Times over 32 dingen die onze nabije toekomst drastisch kunnen veranderen. Of eigenlijk beïnvloeden. Want hoe kan je iets veranderen wat nog niet geweest is? En trouwens, hoe verander je iets dat al wel geweest is? Is overigens ook niet te beïnvloeden. Maar ik dwaal af. 

De 32 ontwikkelingen hebben betrekking op het dagelijks leven en van de meeste wordt verwacht dat ze tussen twee en vier jaar verwezenlijkt kunnen worden. De mij meest aansprekende (want nuttig en lijkt inderdaad haalbaar) ontwikkeling ligt in de domotica. Het idee is om je computerachtige apparaten in huis schermloos te maken, door je huis als scherm te gebruiken. Geen nieuw idee, maar de uitwerking in dit voorbeeld klinkt realistisch. Verwachte implementatie: binnen vier jaar.
Nr. 4: The Morning Multi-Tasker
(Klik even voor een beter leesbaar plaatje)

Tussen de voorbeelden door staan kleine stukjes waarin 'experts' hun mening geven op een verwachte ontwikkeling. Deze twee vond ik opvallend:


Op de vraag What is your best million-dollar idea antwoordde Tim Wu: Permanent sunblock. Niemand vindt het leuk om dat spul iedere keer weer te moeten opsmeren en een huidbehandeling waardoor dit nooit meer hoeft zou een uitkomst zijn. Ik ben het helemaal met hem eens.

Op de vraag What innovation scares you the most these days antwoordde Jonathan Zittrain: The Internet is not merely connecting computers together for the benefit of humans; it’s connecting humans together to reinvent labor. Daar kan ik me op zich iets bij voorstellen, alhoewel ik wat huiverig word van technologische doemdenk-scenario's. Die lijden vaak aan het horseless carriage syndroom: de neiging om nieuwe technieken in termen - en effecten - van oude technieken te begrijpen. Zo ook hier, bleek.

Want wat haalt Zittrain als voorbeeld aan: Soon we’ll have to question whether an earnest-looking group of protesters with hand-lettered signs is genuine or simply rapidly convened as a paid flash mob: a crowdsourced crowd.

Is dit werkelijk het beste voorbeeld dat hij kon bedenken bij deze angst? Of een protestgroepje wel een 'echt' protestgroepje is? Alsof geënsceneerde protesten vroeger niet voorkwamen. En daarnaast: protesterenden met een bordje in hun handen? Zóó twintigste eeuws.

Geen opmerkingen: